bel voor meer informatie  06-16274392

Geocentrisch of heliocentrisch?

Vincent Botella, 2019©

Geloven astrologen dat de aarde in het midden van het zonnestelsel staat? En dat dus de Zon om de aarde heen draait? Sinds Copernicus, in de zestiende eeuw, gaan we er vanuit dat alle planeten, inclusief de aarde, rond de Zon draaien. Daarom noemen we het ook het zonnestelsel. Waarom werken astrologen dan nog steeds geocentrisch? Alsof de aarde in het centrum staat en alle planeten, en zelfs de Zon, rond de aarde draaien.


Die vraag wordt wel vaker gesteld, omdat er een tegenspraak lijkt te zijn. Kijk je echter preciezer, dan is er in het geheel geen tegenspraak. Astrologie is, nauwkeurig gezegd, niet zozeer geocentrisch, maar 'individugeboorte-centrisch', als dat woord zou bestaan. Het is niet de aarde die centraal staat, maar de plaats en de tijd waar je geboren bent. Die is voor ons allemaal op de planeet aarde – er zijn bij mijn weten nog geen baby’s in de ruimte geboren – waardoor de astrologie geocentrisch lijkt. De achterliggende veronderstelling van de astrologie is dat de condities van de hemel – uitgedrukt in termen van planeten, punten, huizen en tekens – boven en rond de plek van de geboorte, en op het moment van geboorte, een weerspiegeling zijn van de energie, en het daarin vervatte lot, van geborene. Dat geldt ook voor de ‘geboorte’ van dingen, instituten, landen, verenigingen en zelfs van gebeurtenissen. Het decor aan hemelverschijnselen, rond een plek en een moment, weerspiegelt, in symbolische termen, de energetische signatuur van dat moment en die plek. En alles wat wordt geboren, of ontstaat, te midden van dat decor draagt die signatuur. Dit is eigenlijkde belangrijkste veronderstelling waarop de astrologie is gebaseerd.

Deze veronderstelling gaat terug naar archaïsche tijden. Naar de Babylonische cultuur, en haar Mesopotamische voorlopers, die de veel later ontstane Griekse cultuur diepgaand beïnvloedde. Het woord astrologie komt van het Griekse astron logos en betekent zoiets als “taal van de sterren” of “wat de sterren te zeggen hebben”. De sterren waren goddelijk voor de Babyloniërs en ook nog voor Plato (5e eeuw v.C.). In de sterren kon je lezen wat de goden te zeggen hadden. Onze ziel zelf komt van de sterren en zal, na de dood van het lichaam, terugkeren naar de sterren. Dat kun je bij Plato lezen en was ook het geloof bij de oude Babyloniërs en Egyptenaren. Dit geloof, of dit weten, is gehandhaafd gebleven binnen de westerse esoterische traditie.

De Babyloniërs en de Grieken zagen de planeten als grillig, dus zeer betekenisvol, bewegende sterren. Planètes is Grieks voor “zwerfsterren”. De horoscoop – dat woord betekent letterlijk “het uur zien”, van het Griekse horos skopein – kun je dus zien als een gestileerde snapshot van de hemel vanaf een bepaalde plek, op een bepaald moment. Astrologie zegt dus niets over het centrumvan het universum. Is dat de aarde? Is dat de zon? Het galactisch centrum (momenteel staat dat in Steenbok)? Een ander punt of lichaam misschien? Astrologie gaat daar eenvoudig niet over. Ze bestond alleen lange tijd ten tijde van een geocentrisch wereldbeeld, waardoor ze daar vaak mee wordt geassocieerd. De astrologische representatietechniek, want het is een soort projectietechniek, plaatst de geboorte, of het ontstaan, van datgene waar ze meer over wil weten centraal en leest vervolgens de uitgetekende hemelse constellatie daaromheen.

Er bestaan overigens wel diverse vormen van heliocentrische astrologie. Begin deze eeuw nog bijvoorbeeld ontwikkelde de Nederlandse astroloog Peter Delahay een deels heliocentrische astrologie, waarbij hij de heliocentrische Mercurius en Venus aan de geocentrische horoscooptoevoegt, als een soort gidsen of helpers.